2015 is een bewogen jaar geweest. Niet alleen kregen in 2015 de justitiehervormingen meer vorm, ook de aanslagen in Parijs begin 2015 hebben schokgolven veroorzaakt die tot vandaag nog steeds voelbaar zijn, en dit geldt ook voor het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding (IGO).
Daarnaast was 2015 ook binnen het IGO een scharnierjaar. Op 4 november 2015 werd immers de benoeming van de nieuwe directeur van het IGO gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Hierdoor kwam een einde aan het mandaat van mevrouw Edith Van den Broeck, die sinds jaren aan het roer stond van het IGO. Het is gepast om haar hier nogmaals te bedanken voor haar jarenlange inzet.
Uit dit verslag voor het jaar 2015 kan vooral worden afgeleid dat het aantal opleidingen die het IGO aanbiedt opnieuw is toegenomen. Desondanks stellen we een lichte daling vast van het aantal deelnemers. Mogelijks is dit te wijten aan de exponentiële groei die het IGO in 2014 kende en de toenemende werklast binnen de hoven en rechtbanken, waardoor het volgen van de noodzakelijk opleidingen geen sinecure meer is. Het stelt het IGO alvast voor belangrijke uitdagingen in het licht van de teruglopende dotatie.
Uitdagend is ook het verder realiseren van de wettelijke taak om de nieuwe wetgeving op te volgen en om in dat verband de magistraten en het gerechtspersoneel te ondersteunen. Zo werden bijvoorbeeld eind 2015 de nodige opleidingen erkend die verband hielden met het in voege treden van de ‘Potpourri I’-wet en werd daartoe ook de aanzet gegeven tot de ontwikkeling van nieuwe opleidingen.
Het IGO wil zich alleszins verder inzetten om een zo accuraat mogelijk opleidingsaanbod uit te werken. Daarbij streeft het ernaar om zoveel als mogelijk zijn doelpubliek de kans te geven om gebruik te maken van zijn opleidingsaanbod. Een deel van het doelpubliek heeft immers weinig of zelfs geen opleidingen gevolgd. Daarom moet in de toekomst verder worden ingezet op een betere bekendmaking van het opleidingsaanbod en op de ontwikkeling van nieuwe opleidingsmethoden om dit aanbod toegankelijker te maken. Dit moet alleszins gebeuren door voortdurend in dialoog te gaan met onze partners en ons doelpubliek, om zo niet alleen de opleidingsbehoeften op efficiënte wijze in kaart te brengen, maar ook om op een efficiënte wijze de nodige opleidingen te verschaffen aan een zo ruim mogelijk publiek.
Terwijl 2015 een jaar was waarin voormelde uitdagingen duidelijk werden, wordt 2016 een jaar waarin tal van initiatieven zullen worden genomen om deze voornemens waar te maken. Daarenboven moet in 2016 verder worden ingezet op het inspelen van de rechtstreekse opleidingsbehoeften van ons doelpubliek. Er is immers één rode draad in iedere nieuwe stap in de gerechtelijke hervormingen en deze rode draad laat zich samenvatten in één woord: ‘opleiding’.
Het IGO wil alleszins een dienstbaar Instituut zijn!
Ik wens u alvast veel leesplezier.
Raf Van Ransbeeck